Thunder Loop. Afscheid van een klassieker in Attractiepark Slagharen.

Home / Brakesection Magazine / Jaargang 3 (2016) / #4 (Oktober 2016) / Thunder Loop. Afscheid van een klassieker in Attractiepark Slagharen.
Thunder Loop. Afscheid van een klassieker in Attractiepark Slagharen.

De Looping Star was van alle achtbanen die Anton Schwarzkopf ontworpen heeft het meest populaire model: er zijn er maar liefst acht van gemaakt. De Looping Star was dus als het ware de Vekoma Boomerang (van deze werden er trouwens al 52 exemplaren gemaakt) of de Vekoma SLC (suspended looping coaster, 41 exemplaren) van zijn tijd, met als bijkomend voordeel dat de Looping Star een vrij gemakkelijk transporteerbaar en verplaatsbaar model betreft. Het eerste exemplaar opende in 1978, en in 1979 namen zowel Slagharen als Bobbejaanland hun exemplaar in bedrijf. De loopingbaan-koorts brak hevig los eind jaren ’70, begin jaren ’80, en de relatief goedkopere Looping Star zorgde ervoor dat kleinere parken met een geringer budget mee op de (achtbaan)kar konden springen.

Over mijn ervaringen met de Looping Star zelf kan ik kort zijn: het is een geweldig voorbeeld van een klassieke sit-down looping coaster en daarenboven dé achtbaan die bij mij m’n passie voor achtbanen definitief heeft aangewakkerd. Ik bezocht jarenlang Bobbejaanland meermaals per jaar en dat was in de eerste plaats voor de Looping Star (verwijderd sinds 2004). De baan heeft dan ook alle basiselementen die een achtbaan leuk maken: snelheid, kracht, soepelheid, airtime en comfort.

Op 16 augustus 2016 rijd ik helemaal naar Ponypark Slagharen in het Noorden van Nederland voor mijn eerste en tevens laatste ritje op Thunder Loop, de naam van hun Looping Star. Het wordt een blij weerzien met mijn favoriet achtbaanmodel uit Bobbejaanland destijds. Het begint al bij het typische geluid van staal dat je hoort als je in de omgeving van de baan komt en het specifieke ‘tak tak tak tak’ wanneer de trein door de looping raast: geweldig gewoon. De intense geur van de dik geoliede ketting in het station en op de lifthill. De strakke beugels die je met de typerende klikjes vasttrekt en die na aankomst meteen hard openknallen. Maar vooral: de gillende en plezier makende mensen die je voorbij ziet razen.

De vrij compacte treinen van Schwarzkopf hadden ook van bij het begin – in tegenstelling tot de andere loopingcoasters van hun tijd van Vekoma en Arrow – geen schouderbeugels maar enkel een schootbeugel of ‘lap bar’, wat een enorm gevoel van vrijheid geeft. De stoeltjes zitten ook een stuk hoger dan hun tijdsgenoten en zijn voor hun tijd vrij open, waardoor je een goed zicht hebt op de baan en de omgeving.

Na een supersnelle beugelcontrole gaat er kort een typisch Schwarzkopf ‘claxon’-geluidje af, het teken dat de lift in gang gezet wordt: de pret kan nu echt beginnen! Een aangename en vrij steile lift trouwens die je tot op 24,5 meter hoogte brengt, met rechts een mooi uitzicht op wat je zo dadelijk te wachten staat. Na de spanningsopbouw volgt dan een snelle afdaling die je in een steile bocht naar rechts de diepte in sleurt en je op een paar seconden naar 77,5 km/u versnelt, pure pret! Meteen daarop volgt de botersoepele ellipsvormige verticale looping – anno augustus 2016 is dat voor deze 37 jaar oude dame toch wel een grote prestatie, dit blijft voor mij toch één van de leukste inversies! Intens maar niet té, geen vervelende tikken, gewoon lekker doorraggen. Daarna schiet je terug de hoogte in voor een aangenaam gebankte 180° bocht, om meteen terug naar beneden getrokken te worden. Dan ga je doorheen een aantal intense maar supersoepele bochten, een leuk airtimeheuveltje en nog een laatste bocht met een portie zeer stevige positieve G’s, om uiteindelijk op het laatste rechte stuk met volle snelheid de remmen in te schieten! Een lach op het gezicht van alle passagiers, die even hun haar gladstrijken en nog bekomen van het hilarisch leuke minuutje op de Thunder Loop. Een eenvoudige maar doeltreffende rit die verrassend genoeg haar bezoekers nog steeds weet te bekoren tussen het moderne coastergeweld.

Waarom sluiten parken zulke leuke achtbanen dan? Stalen achtbanen kunnen in tegenstelling tot hun houten exemplaren minder makkelijk ‘gedeeltelijk vernieuwd worden’ en gaan dan ook gemiddeld minder lang mee. Hierin spelen fenomenen als metaalmoeheid en in mindere mate roestvorming een rol. Achtbaanstaal en bij uitbreiding ook het staal van de liftketting en de onderdelen van de motor wordt namelijk bij elke rit aan een cyclus van trek- en drukkrachten onderworpen vanwege de grote en zware, dynamische achtbaantrein die erover heen raast. Na een bepaald aantal duizenden ‘belastingen en ontlastings’-cycli treden dan ook zogenaamde vermoeiingsscheurtjes op in het staal, dewelke uiteindelijk tot breuk kunnen leiden indien dit fenomeen niet goed wordt berekend en gemonitord. Uiteindelijk dien je in elk geval over te gaan tot vervanging van het (al dan niet reeds) gescheurde stuk staaltrack of support. Daar wringt nu net het schoentje bij een baan als Schrwarzkopf: aangezien de banen niet meer nieuw worden gemaakt, zijn onderdelen steeds op maat te maken en daardoor erg prijzig en steeds moeilijker te verkrijgen. Hoewel een andere coasterbouwer de rechten op Schwarzkopf-achtbanen heeft overgenomen blijkt zoiets toch geen sinecure.

Een andere reden is eerder van commerciële aard. Aangezien pretparken natuurlijk in de eerste plaats bedrijven zijn die uit zijn op winstbejag, is voor veel managers de rekening snel gemaakt: ofwel dure onderdelen laten maken voor een ‘oude’, minder makkelijk te promoten attractie ofwel investeren in iets nieuws, wat marketingtechnisch natuurlijk veel voordelen biedt. Daardoor is het lot van de meeste Schwarzkopf-achtbanen en meer algemeen stalen coasters uit de jaren ’70 en begin jaren ’80 bezegeld.

Ik heb het geluk gehad drie van de in totaalacht gebouwde exemplaren te kunnen berijden (Bobbejaanland, Nagashima Spa Land en Slagharen) en alle drie gaven ze een even leuke en soepele rit weg en waren ze steeds enorm populaire banen met een hoge capaciteit, zelfs als ze rijden met één trein.

Na sluiting van de Thunderloop in Slagharen, en indien de andere exemplaren niet sluiten, zullen er wereldwijd nog maximaal vier exemplaren in werking zijn: één op elk continent (behalve op Oceanië). Voor het Europese exemplaar moet je dan al naar Rome (Vertigo in Zoomarine). De overige drie nog werkende exemplaren zijn te vinden in Azië (Looping Star, Nagashima Spa Land, Japan), Afrika (Gwazi, Lion Park Resort, Botswana) en Amerika (Silver Bullet, Oklahoma, VS). Ik vermoed dat het Japanse exemplaar het mogelijks het langste zal uithouden vanwege hun fenomale onderhoud. Maar ondanks alle moeite van de Japanners om dit exemplaar er nagelnieuw uit te laten zien, zal er ook een dag komen dat dit exemplaar technisch gezien ‘op’ is en het veld zal moeten ruimen. Laten we dus allen een minuut stilte houden voor de “Javaanse neushoorn” onder de achtbanen: een bedreigde diersoort die met zekerheid in het komende decennium zal uitsterven. Geniet dus van de Looping Star en meer algemeen van elke Schwarzkopf-achtbaan die je op je achtbaantrips tegenkomt! Het zijn parels zowel naar ontwerp als ritervaring toe, waarover we tegen onze (klein)kinderen enkel verhaaltjes zullen kunnen vertellen.

Thunder Loop sloot op 2 oktober zijn deuren en wordt afgebroken in oktober tot begin november om plaats te maken voor Gold Rush, een Gerstlauer Launched Looping Coaster die zal openen in 2017. Ondertussen is ook bekend geraakt dat de Thunder Loop verkocht werd aan Henk Bemboom Junior, de eigenaar van het gesloten Schots pretpark Loudon Castle. De baan zal in eerste instantie in Schotland opgeslagen worden en niet meteen terug opgebouwd worden: een hoogst onzekere toekomst dus voor deze Thunder Loop.