Dossier: Baron 1898

Dossier: Baron 1898

Waarom? 

Hoewel de Efteling al vijf achtbanen rijk was, zelfs zes als je Joris en de Draak dubbel telt, koos het park ervoor om een nieuw exemplaar aan het attractieaanbod toe te voegen. Een studie had namelijk uitgewezen dat het park de doelgroep van beginnende tieners nog niet voor de volle honderd procent kon overtuigen om naar de Efteling te komen. Een nieuwe, spectaculaire achtbaan zou daarbij het verschil kunnen maken.  

Anderzijds streeft de Efteling er naar om tegen 2020 jaarlijks vijf miljoen bezoekers over de vloer te krijgen. Daarvoor wordt in de eerste plaats ingezet op het uitbreiden van de verblijfsmogelijkheden bij het park om meerdaagse bezoeken te stimuleren, maar om dat cijfer te halen moet natuurlijk ook het attractieaanbod blijven groeien. Hoewel de theoretische capaciteit van ‘Baron 1898’, zo’n duizend personen per uur, een stuk lager is dan die van andere grote attracties in het park, blijft het een niet onbelangrijke vergroting van de parkcapaciteit.  

Een derde reden om ‘Baron 1898’ te bouwen, zo vertelde directeur imagineering Olaf Vugts, is om de uniciteit van de Efteling verder uit te bouwen. Een dive coaster is uniek in de Benelux en in een straal van vierhonderd kilometer rond het park is er geen te vinden in Europa. Om een ervaring als die van ‘Baron 1898’ te beleven moeten bezoekers wel naar de Efteling komen, aldus Vugts. 

Het verhaal 

‘Baron 1898’ neemt je mee naar de hoogdagen van de mijnbouw in Zuid-Nederland. Volgens het verhaal ontdekte wereldreiziger Gustave Hooghmoed in de streek per toeval een goudader. Hebzucht maakte zich meester over de ontdekkingsreiziger en om het goud uit de grond te halen liet Gustave een magistraal mijncomplex bouwen. Bezoekers worden door de kersverse mijnbaron uitgenodigd om hem te komen helpen in de mijn, waar bergen goud ook op hen liggen te wachten.  

Maar dat is buiten de Witte Wieven gerekend, mythische wezens die de grond waarop de mijn gebouwd werd, beschermen. Deze Witte Wieven doen er dan ook alles aan om de gouddelving tegen te houden. Aanvankelijk proberen ze nog om de mijnwerkers af te schrikken, maar daar slagen ze niet in. Daarom gaan ze over tot hun laatste redmiddel: het saboteren van de mijnlift waardoor de mijnwerkers loodrecht de diepte in storten.  

Het verhaal van Baron 1898 wordt grotendeels duidelijk gemaakt tijdens de voorshows van de attractie. Om het grotere, achterliggende verhaal naar buiten te brengen maakte de Efteling een kortfilm van zo’n dertien minuten die op het YouTube-kanaal van het park te bekijken is. Later dit jaar komt er ook een jeugdboek in de rekken, geschreven door Jacques Vriens, dat het achtergrondverhaal nog meer in detail zal vertellen.  

Het mijncomplex 

Naast de achtbaanrit is het stationsgebouw van ‘Baron 1898’ minstens even belangrijk voor de beleving van de nieuwe attractie. Ontwerper Sander De Bruijn noemt het gebouw de basis voor het verhaal en de look and feel van de attractie. Het is in het gebouw dat het verhaal van de mijnbaron, de Witte Wieven en de kompels grotendeels wordt verteld aan de hand van de verschillende voorshows.  

Om inspiratie op te doen voor de uitstraling van het stationsgebouw trok het ontwerpteam naar vele bestaande mijnen. In het grote stationsgebouw zijn dan ook verschillende ruimtes samengebracht die vroeger ook in de echte mijncomplexen terug te vinden waren, al bevonden die zich toen niet noodzakelijkerwijs allemaal in één gebouw.  

Belangrijk voor de Efteling was om te voorkomen dat er één grote hal neergeploft werd, een fout die het park vijf jaar geleden wel maakte met de grote, houten schuur die het station van Joris en de Draak werd. Tijdens de ontwerpfase is dan ook geprobeerd om het gebouw zoveel mogelijk diversiteit in hoogte, diepte en aanzicht te geven, vertelt Ronald Donkers die verantwoordelijk was voor het bouwkundig ontwerp van de attractie. Hoewel het één groot gebouw is, is het team er bijzonder goed in geslaagd om het stationsgebouw er te laten uit zien als een echt complex dat uit verschillende hallen, gebouwen en aanbouwen bestaat.  

Wist je dat… 

  • Het gebouw werd opgetrokken uit zo’n 300.000 bakstenen en 95 ton staal? 
  • De grote zwartgeblakerde schoorsteen, waaronder de fotobalie zich bevindt, 22 meter hoog is? 

De wachtrij 

Wachten op een ritje in ‘Baron 1898’ doe je hoofdzakelijk buiten het gebouw. Een lange wachtrij baant zich tussen de achtbaan door een weg achter het stationsgebouw. Ondertussen staan je ook nog enkele keuzes te wachten; kies je ervoor om aan te schuiven in de speciale wachtrij voor de eerste rij, schuif je aan in de single-riders wachtrij als je in je eentje bent of wacht je toch maar in de gewone wachtrij? Eenmaal terug aangekomen bij de ingang van het mijncomplex krijg je een ticket dat aanduidt waar je mag gaan zitten in de achtbaan. Daarna mag je via de trap het gebouw betreden. Na nog even gewacht te hebben in het entreeportaal zwaaien de deuren open en mag je samen met zo’n 35 andere vrijwilligers (de capaciteit voor twee volle treinen) beginnen aan je dagtaak als kompel.  

Toegangskaartjes 

De Efteling heeft een bizarre oplossing verzonnen om het aantal verschillende wachtrijen in het gebouw te beperken. De wachtrij splitst zich buiten het gebouw op in drie verschillende opties: de gewone wachtrij, de wachtrij voor een zitplaats op de eerste rij en de single riders rij. Aan het einde van de wachtrij krijgt elke bezoeker een kaartje met daarop de rij waarop hij of zij bij het instappen plaats mag nemen. Eerst worden de kaartjes voor rij 1 verdeeld, daarna die voor rij 2 en 3.  Blijven er kaartjes over, dan worden die verdeeld onder de wachtenden in de single riders wachtrij. Wie graag de voorshows wil zien, maar niet in de achtbaan durft, kan een kaartje “kompel bovengronds” krijgen. Mensen met zo’n kaartje mogen het hele traject meewandelen en worden bij het eigenlijke instappen in de achtbaan naar de uitgang gebracht.  

Aan het einde van de meandering worden door een medewerker tickets uitgedeeld, waarop staat in welke rij je mag plaatsnemen. Een medewerker geeft aan of je via de linker- of rechterzijde van de trap het gebouw moet betreden. Hierdoor worden de bezoekers verdeeld in een ploeg A en een ploeg B, bij elkaar 36 man, waarmee twee treinen kunnen worden gevuld. Wie aangeeft niet mee te willen rijden (‘kompel bovengronds’), krijgt een apart kaartje en wordt niet meegeteld. Met deze groep ga je het gebouw in, waar eerst gewacht moet worden in de eerste ruimte binnen: het entreeportaal. 

Kleedlokaal 

De eerste ruimte die je betreedt als kompel in wording is het kleedlokaal: een zeshoekige ruimte waarin de mijnwerkers zich omkleedden alvorens in de mijn af te dalen. Aan het plafond zie je hun werkoutfits drogen en in het midden van de ruimte staat een zitbank die de kompels gebruikten om zich om te kleden. Eén van hen vergat zijn krant (‘De Morgenstond’) en zijn broodtrommel. Een grammofoon speelt er het deuntje van de attractie, tot de baron zelf het woord neemt.  

Terwijl hij je welkom heet en aanspoort om met zijn “kathedraal van staal” af te dalen wordt op twee grote schermen een diavoorstelling vertoond. Daarop zijn beelden te zien van de mijn in werking en een vrije vertaling in het Engels van wat er gezegd wordt. Wanneer beelden van het goud verschijnen, klapt er een luik open waaruit Witte Wieven, die over het goud waken, in de vorm van knappe projecties tevoorschijn komen en je al zingend waarschuwen om niet verder te gaan. Waar de Witte Wieven langskomen begint er klimop te groeien op de muur en voor ze vertrekken zorgen ze ervoor dat dia’s in de diaprojectors stukbranden. Baron Gustave is niet onder de indruk en noemt het een zinsbegoocheling waar de kompels zich niet moeten door laten afschrikken. Hij nodigt je uit om verder te wandelen naar het loonlokaal en je klaar te maken voor de afdaling in de mijn.   

Loonlokaal 

Nadat de deuren naar het loonlokaal geopend zijn, kan je via een grote trap naar het loonlokaal. Aan de rechterkant is een kantoor te zien, al lijken vele bezoekers dat te missen omdat de aandacht getrokken wordt door een animatronic van de baron Gustave die bovenaan de trap op een balkon in gesprek is met een kantoorbediende. Daarna draait de indrukwekkende robotversie van de baron zich richting de kompels en geeft hen instructies.  

De helft van de bezoekers wordt hier voor deuren opgedeeld in drie rijen van zes op basis van de toegangskaartjes die ze bij de ingang kregen. Wanneer de deuren openen, wandelt de eerste ploeg het ophaalgebouw binnen. Daarna sluiten de deuren en spreekt de baron de overgebleven kompels opnieuw toe. Hij herhaalt de instructies, in een andere vorm, en geeft hen nog mee dat ze er veel vastberadener uitzien dan de vorige ploeg. Daarna openen ook voor hen de deuren. 

Ophaalgebouw 

Vanuit het loonlokaal wandelen de bezoekers via een kleine trap rechtstreeks de juiste rij in van de wachtende achtbaantrein. Net zoals vroeger de mijnwerkers in het ophaalgebouw via een lift de mijn ingingen is dit ook hier het geval. Het ophaalgebouw is de grootste ruimte van het mijncomplex en is het eigenlijke station van de achtbaan. De hal oogt, in tegenstelling tot de vorige ruimtes, zeer industrieel en hangt vol mijnmateriaal. Hier stappen bezoekers in en uit, voor twee grote metalen poorten met daarboven het opschrift “Naar de schacht. Ondergronds personenvervoer.”.  

Wanneer iedereen plaats genomen heeft, eventueel nog wat kleine bagage heeft opgeborgen en de beugels gecontroleerd werden, trekt een medewerker aan een grote hendel. Daardoor openen zich de twee grote metalen poorten voor de trein en komt die in beweging. Door een rookgordijn rijdt de achtbaantrein de machinekamer binnen, waarna de poorten achter hen weer sluiten.  

Machinekamer 

In de machinekamer wordt de achtbaantrein opnieuw stilgezet. Ondanks het feit dat de lifthill hier vertrekt is het behoorlijk donker in de ruimte. Aan de rechterkant is een grote stoommachine te zien, terwijl aan de linkerkant een grote metalen poort de technische ruimte verbergt. Vanuit de pijpen aan de muren komen de Witte Wieven weer tevoorschijn in de vorm van nevel en projecties. Ze zingen je opnieuw toe dat ze over het goud waken en, nu je ongehoorzaam bent geweest, ze de afdaling zullen saboteren. Daarna verdwijnen ze één voor één in de grote ketels die vooraan het station te zien zijn.  Ondanks de waarschuwing komt de trein in beweging en gaat hij de lifthill van de 30-meter hoge schachttoren op. 

De schachttoren 

Niet alleen met het verhaal rond de achtbaan weet de Efteling het verschil te maken met de andere dive coasters, ook de lifthill is uniek over heel de wereld. In samenwerking met de ingenieurs bij B&M ontwierp de Efteling een eigen “schachttoren” die veel meer dan de standaard kettingliften de sfeer van een mijn kan oproepen. De 35-ton zware toren werd in een staalfabriek in Boedapest (Hongarije) vervaardigd en daarna in de Efteling met een zesduizendtal bouten in elkaar geschroefd.  

De wielen bovenaan de toren zorgen voor een extra dimensie. Wanneer de achtbaantrein omhoog getakeld wordt, lijken ze de ketting te geleiden. Bovenaan wordt de trein, net als de wielen, voor een tweetal seconden stilgezet. Wanneer de trein ten slotte 37,5 meter diep valt, beginnen ze aan hoge snelheid achteruit te draaien waardoor de illusie dat de kabel geknapt is gewekt wordt. In de achtbaan krijg je daar weinig van mee, maar voor toeschouwers is dit een knap effect.  

Publiek geheim: als je heel goed kijkt, kan je zien dat het niet de wielen zijn die draaien, maar enkel de spaken. Door de effen kleur van zowel de spaken als de wielen is dat echter bijna niet te zien van op de grond.  

De mijn 

Na een val van zo’n 30 meter dondert de achtbaantrein nog 7,5 meter dieper in een met nevel gevulde tunnel die de mijn zelf moet voorstellen. Omdat de bouwwerf van ‘Baron 1898’ niet bijzonder groot was, konden standaardtechnieken niet gebruikt worden om de tunnel te maken. Daarom werd een speciale techniek gebruikt waarbij stelselmatig grond werd verwijderd en mortel met de overgebleven aarde werd vermengd, waarmee dan de wanden van de 40 meter lange tunnel opgebouwd werd. Daarna werd de hele put onder water gezet, om te voorkomen dat de gevormde bak naar boven zou komen, waarna duikers met onderwaterbeton de boel verstevigden.   

Wist je dat… de tunnel aan de binnenkant ook effectief aangekleed is als een goudmijn? Echter is dat door de nevel nooit echt goed te zien. Mocht het misteffect ooit niet werken, dan kunnen de inzittenden van de treintjes de grote stukken goud zien voorbij flitsen.  

De achtbaan 

‘Baron 1898’ blijft in eerste instantie natuurlijk een achtbaan. In dit geval dus een dive coaster van het gerenommeerde bedrijf B&M. Net zoals bij de meest dive coasters is ook bij ‘Baron 1898’ de bijna loodrechte val het meest sensationele element. Het 501-meter lange traject wordt daarna aangevuld met een Immelman (een halve looping met daarna een scheefgetrokken halve kurkentrekker), een Zero-G-Roll  (een inversie waarbij je gewichtloosheid ervaart), een lage spiraal die aan hoge snelheid wordt genomen en een airtime heuvel, waarna de baan een bocht van 180 graden neemt en de trein zo de remmen in leidt. Het lijkt een korte rit, maar uiteindelijk blijkt de baan toch lang genoeg om het wachten waard te zijn. De intensiteit van de elementen is behoorlijk stevig, al zijn er fans die ze te mak vinden. Voor een dive coaster vonden wij ze echter prima.  

Een dive coaster 

Met een dive coaster van B&M haalde de Efteling alvast een behoorlijk uniek achtbaantype in huis. Wereldwijd zijn er, ‘Baron 1898’ meegeteld, slechts negen dergelijke achtbanen te vinden. De eerste werd tussen 1994 en 1998 door B&M ontwikkeld voor het Britse pretpark Alton Towers. In 1998 presenteerde het park de allereerste dive coaster ‘Oblivion’ als vierde secret weapon, een term die door het park gebruikt wordt voor speciale attracties die in het verleden vaak een primeur met zich meebrachten.  

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, vallen niet alle dive coasters loodrecht naar beneden. Dat was niet het geval bij de eerste exemplaren en ook recentere modellen, waaronder ‘Baron 1898’, hebben een drop die net geen negentig graden is. De allereerste dive coaster met een loodrechte val verscheen in 2005 in Busch Gardens Tampa (Florida). Naast die eerste loodrechte val werd bij ‘SheiKra’ ook voor de eerste keer een splashgedeelte geïntroduceerd waarbij de achterzijde van de trein water opschept en via buizen de lucht in spuit.  

B&M bleef de dive coaster verder ontwikkelen, waardoor in 2007 ook treinen zonder vloer mogelijk werden (voor het eerst gebruikt bij ‘Griffon’ in Busch Gardens Williamsburg (Virginia) in 2007, waarna SheiKra ook dergelijke treinen kreeg). Verder presenteerde de achtbaanbouwer met ‘Krake’ in Heide Park (Duitsland) in 2011 ook een kleinere versie van de dive coaster waarbij rijen van zes personen mogelijk werden. Daarvoor waren er enkel treinen met acht of tien zitjes per rij.  

Melkhuysje 

Net zoals de echte mijnen is bij ‘Baron 1898’ ook een melkbar te vinden. Vroeger had bijna elke mijn een eigen melkbar waar de mijnwerkers na hun shift gratis melk konden gaan drinken. De melk zorgde voor een sterker gestel, maar men geloofde ook dat de melk zou helpen tegen stoflongen. In het ‘Melkhuysje’ van ‘Baron 1898’ zijn pizza’s en milkshakes te koop. Of de Efteling bewust het feit dat ook bier een belangrijke rol speelde in het leven van de mijnwerkers genegeerd heeft, is niet geweten.  

Witte Wieven? 

Ook deze keer ging de Efteling op zoek naar een legende uit de streek om te koppelen aan het verhaal van de nieuwe attractie. De Witte Wieven zijn dan ook geen verzinsel van het park, maar komen in allerlei vormen voor in verschillende oude legenden. Doorgaans worden Witte Wieven altijd geassocieerd met laaghangende mistbanken, de natuur en zijn het logischerwijs vrouwelijke wezens. Wie hen niet lastig valt zou volgens de meeste legendes niets te vrezen hebben van deze creaturen die zelfs behulpzaam zouden zijn, al zijn er ook andere verhalen waarin ze vrouwen ontvoerden of baby’s omwisselden.  

Witte Wieven komen wel vaker voor in Nederlandstalige verhalen. Zo is er een Suske en Wiske album met de titel ‘Het Witte Wief’ en vertaalde Wiebe Buddingh de naam van de tovenaarsband ‘The Weird Sisters’ voor de nederlandstalige versie van de Harry Potter-boeken als ‘De Witte Wieven’.  

De muziek 

Geen Eftelingattractie zonder een eigen soundtrack, dus werd ook voor ‘Baron 1898’ een eigen score gecomponeerd. Componist René Merkelbach, die eerder al de muziek voor oa. de Pardoes Promenade, de Vliegende Hollander, Assepoester, Raveleijn en Joris en de Draak componeerde, schreef de muziek voor de nieuwe achtbaan. Daarvoor liet hij zich inspireren door de vele harmonieën die gekoppeld waren aan mijnen. Vrijwel elke mijn had destijds een eigen harmonie. Verrassend genoeg werd de harmoniemuziek ingespeeld door een symfonieorkest, het Brussels Philharmonic, aangevuld met afzonderlijk opgenomen slagwerk van de slagwerkgroep van de Nederlandse muziekvereniging Eendracht Maakt Sterk. Naast het uitbundige hoofdthema schreef Merkelbach ook enkele statigere en grimmigere nummers. Voor de zang van de Witte Wieven deed hij beroep op de Nederlandse zangeres Anneke M. van Giersbergen, waarmee hij in het verleden al vaker samenwerkte.  

Bij wijze van promostunt maakte de Nederlandse DJ Hardwell, die volgens het park zelf een grote Eftelingfan zou zijn, een moderne remix van het hoofdthema. Die werd tijdens de eerste weken na opening op CD uitgedeeld aan de bezoekers die er net een ritje in de achtbaan opzitten hadden. De overige muziek van ‘Baron 1898’ is momenteel nog niet uitgebracht op cd, maar vier nummers zijn wel al verkrijgbaar via iTunes en te beluisteren via Spotify. 

De baron  

In de tweede voorshow worden bezoekers aangesproken door een indrukwekkende robotversie van baron Gustave Hooghmoed. Voor deze pop deed de Efteling beroep op het bedrijf van Amerikaan Garner Holt dat door velen beschouwd wordt als de autoriteit op vlak van animatronics. Holt startte in 1977 met zijn bedrijfje in de garage van zijn ouders waar hij zijn eerste robots ontwierp en verkocht, terwijl zijn moeder de administratie deed. In de loop der tijd groeide zijn bedrijf uit tot een gerenommeerde firma met zo’n honderd werknemers die animatronics ontwerpt voor de grootste pretparken, museums, restaurants en hotelketens ter wereld. Garner Holt Productions zal onder andere de geschiedenisboeken ingaan als het eerste externe bedrijf dat animatronics mocht leveren voor de parken van Disney en claimt dat geen enkel bedrijf ter wereld zoveel geanimeerde poppen heeft gebouwd als zij. Naast gerobotiseerde dieren, dino’s en verzonnen figuren is het bedrijf gespecialiseerd in realistische animatronics van mensen, ongetwijfeld de reden waarom de Efteling voor hen gekozen heeft. Holt ontwikkelde een speciale silicone die de eigenschappen van huid bijzonder sterk benaderd en in combinatie met soepele motoren, haren en verf zeer realistisch lijkt. De prijs van ‘de baron’ blijft een goed bewaard geheim, maar Holt geeft wel aan dat zijn figuren tussen de tienduizend en één miljoen dollar kosten.  

Voor de stem van baron Gustave kon de Efteling (stem)acteur Paul van Gorcum strikken die de figuur op een magistrale manier van klank voorzag. Van Gorcum is in België vooral bekend door zijn rol als de baron uit de televisieserie Bassie en Adriaan. Door op 1 april 2015 te lekken dat van Gorcum voor de Efteling opnieuw in de rol van een baron zou kruipen, zorgde de pretparknieuwswebsite Looopings.nl voor heel wat animo onder pretparkfans. Tot op de dag van de opening bleef een deel van de fancommunity er van uit gaan dat het een aprilgrap van de website was.  

Zo authentiek is Baron 1898 

Voor ‘Baron 1898’ verdiepten de ontwerpers van de Efteling zich grondig in het mijnverleden. In de attractie zijn daardoor heel wat authentieke elementen terug te vinden. Enkele voorbeelden: 

De penningen in de entreehal 

In de entreehal van het stationsgebouw is een groot bord met daarop genummerde penningen terug te vinden. De penningen werden vroeger gebruikt om te weten wie er zich onder de grond bevond en wie niet. Bij het begin van hun shift pikten de kompels hun persoonlijke penning op en gaven die af wanneer ze de lift naar de mijngang instapten. Na het werk kregen ze die terug en werd hij voor ze naar huis gingen weer aan het bord gehangen.  

Kledij aan kettingen in het kleedlokaal 

Het plafond van het kleedlokaal hangt vol kettingen waaraan werkoutfits bevestigd zijn. De kettingen zijn verbonden met genummerde sloten aan de muur. Mijnwerkers lieten hun persoonlijke ketting zakken, namen hun werkkledij er af en hingen er daarna hun gewone kledij mee op. Na het werk lieten ze hun gewone kleren weer zakken en hesen ze hun doorzweette werkkledij naar boven. Op die manier konden hun kleren drogen, werd ruimte bespaard en dankzij het slot waren hun gewone kleren tijdens het werk veilig voor diefstal.  

Loonhal 

Het is niet verbazend dat elke kompel bij ‘Baron 1898’ langs de loonhal moet voorbijkomen. Voor ze hun werk konden aanvatten, moesten de mijnwerkers zich telkens melden bij het loket van hun afdeling om hun aanwezigheid te laten noteren.   

Gluck Auf 

Wanneer de Baron je “Gluck Auf” toeroept, wenst hij je een voorspoedige dag toe. Het is één van de oudste en meest gangbare groeten die door mijnwerkers over de hele wereld gebruikt werd en wordt. Het is een verbastering van de Duitse zin “Ich wünsche Dir Glück, tu einen neuen Gang auf”, die aanvankelijk vooral bij het mijnen naar erts gebruikt werd. Het was immers nooit zeker dat de kompels ondanks het zware werk die dag erts gingen vinden, dus wensten ze elkaar de hoop toe om een ader te mogen vinden.  

Decoratie 

Voor de decoratieve elementen in het gebouw deed de Efteling meerdere oproepen om oude mijnspullen in te sturen. Veel van de attributen in de attractie komen dan ook uit echte mijnen. Om ze volledig in de mijn van baron Gustave te doen opgaan werden wel kleine accenten, zoals het logo van de attractie, toegevoegd.