Wie het bij termen als Minimoys, Mül-Müls en Malthazar in Keulen hoort donderen, heeft de passage van Arthur in de bioscoop duidelijk gemist. Nochtans waren de drie Arthurfilms, gebaseerd op het boek van de Franse schrijver en regisseur Luc Besson, een groot succes bij kinderen en bij volwassenen die stiekem ook wel eens kunnen genieten van een volledig fictieve wereld. De boeken en de films vertellen het verhaal van de tien jaar oude Arthur die terecht komt in de wereld van de Minimoys, piepkleine wezentjes die onder de grond leven in harmonie met de natuur. En die wereld kunnen bezoekers nu zelf gaan ontdekken. In de nieuwe zone ‘Arthur in het Koninkrijk van de Minimoys’ krijg je het gevoel zelf ook verkleind te zijn tot hun grootte en in de nieuwe darkride kan je het verhaal van de films herbeleven.
De attractie is op meerdere vlakken een belangrijke aanwinst voor Europa-Park. Ten eerste kon het park een uitgebreide indoorzone goed gebruiken. Niet zozeer in het geval van regenweer, de streek rond het Zwarte Woud waar Europa-Park te vinden is wordt wel eens het Toscane van Duitsland genoemd, maar wel voor de winteropeningen van het park. Sinds de winterperiode van 2001-2002 heropent Europa-Park namelijk de deuren na het zomerseizoen in een winters kleedje. Die winteropenstellingen zijn in de loop der jaren zo populair geworden dat het park een indoorzone goed kon gebruiken om de attractiecapaciteit ook tijdens de winter op te kunnen krikken.
Aan de andere kant hoopt Europa-Park met het binnenbrengen van het Arthur-merk de Franse markt nog meer aan te kunnen spreken, gezien het feit dat de films zo succesvol waren in Frankrijk. Het park ligt op een kleine 5 kilometer van de grens met Frankrijk en ongeveer de helft van de werknemers van het park heeft de Franse nationaliteit.
Europa-Park mag steeds meer bezoekers uit Frankrijk verwelkomen in het park en de hotels, maar in de toekomst zou dat aantal met de komst van de Arthur-zone nog stevig kunnen aangroeien.
Maar de derde reden zou wel eens de belangrijkste kunnen zijn. Europa-Park wordt sinds jaar en dag uitgebaat door de familie Mack, die niet alleen attracties uitbaat maar ook zelf bouwt. Hun bedrijf Mack Rides is één van de grootste spelers op de attractiemarkt. Europa-Park wordt dan ook vaak aangezien als de toonzaal van hun bedrijf, waarin ze hun nieuwe attracties en de mogelijkheden ervan voorstellen.
Zo ook met de darkride Arthur. Voor de attractie werd een volledig nieuw ritsysteem ontworpen, gebaseerd op hun bestaande Powered Coaster. Bij een Powered Coaster zit er een motor en remmen verwerkt in de achtbaantrein die aangedreven wordt door een elektrisch spoor op de rails van de achtbaan. Op die manier kan de volledige rit geprogrammeerd worden en is de snelheid van de trein niet enkel afhankelijk van de zwaartekracht. Ook de trein van Arthur werkt op basis van dit principe, maar in tegenstelling tot de andere Powered Coasters van Mack Rides, hangt de trein nu onder de achtbaanrails in plaats van er bovenop te rijden. Daarnaast kan men nu ook programmeren hoe snel de trein gaat op bepaalde stukken en kan men die zelfs volledig doen stoppen.
De wagentjes onder de rails zitten dan ook nog eens vol effecten: ze kunnen 360-graden draaien, muziek afspelen, trillen,… Er zitten LED-lampen in verwerkt die afhankelijk van de scène waarin je je bevindt van kleur kunnen veranderen en via een knop op de veiligheidsbeugel kan je tijdens bepaalde stukken van de attractie de wagentjes vrij laten ronddraaien.
In tegenstelling tot andere achtbanen zit je in de treinen van dit nieuwe attractietype niet gewoon naast elkaar, maar lichtjes naar elkaar toegebogen. Het idee daarachter is dat bezoekers zo het gevoel hebben de attractie echt samen te beleven omdat ze elkaar beter kunnen zien. Met Arthur kan de familie Mack nu dus tonen aan geïnteresseerde kopers van het ritsysteem wat het allemaal in huis heeft.
En nu al met succes. Tijdens een wandeling door het park met Henk Groenen, de vertegenwoordiger van Europa-Park in de Benelux, vertelde hij dat de familie Mack reeds in gesprek was met mogelijke kopers, nog voor de baan afgelopen maand opende.
Een wereld ontwerpen…
Dat het Koninkrijk van de Minimoys er niet op een-twee-drie gekomen is, zal niemand verbazen. Een vijftal jaar geleden werden de eerste gesprekken over het Arthur-project reeds gevoerd. Maar het idee voor de nieuwe zone, darkride en ritsysteem dateert zelfs nog van voor 2009.
Het was Michael Mack die de eerste twee Arthur-films toevallig ontdekte en begon te brainstormen over een attractie die zou passen bij de wereld van de Minimoys. Samen met mensen binnen Mack Rides begon hij een concept uit te denken voor een grote darkride waarin het verhaal van de films verteld zou kunnen worden. Met die, heel rudimentaire, concepten in zijn achterzak trok de familie Mack naar Luc Besson met de vraag of hij een dergelijk project zag zitten.
Er moest heel wat onderhandeld worden over auteursrechten en de inhoud van de attractie, maar van in het begin was Besson gewonnen voor het project. Tot op de laatste dag is hij nauw betrokken gebleven bij de bouw van het Koninkrijk van zijn Minimoys. Als creative designer en architect voor het project koos Michael Mack voor Frederic Pastuszak. Een logische keuze want Pastuszak had al eerder succesvol samengewerkt met de familie voor de bouw van het Colosseo-hotel en anderzijds is hij afkomstig uit Frankrijk, wat ongetwijfeld de uitwerking van een zone op basis van de “Franse” Minimoys ten goede zou komen.
Uiteindelijk stak Besson samen met de familie Mack op 12 november 2012 de eerste spade in de grond en begon het Koninkrijk langzaam maar zeker uit de grond te herrijzen.
Het Koninkrijk van de Minimoys
Zoals reeds aangehaald is de nieuwe zone veel meer dan enkel een darkride. Met zo’n 45000 vierkante meter is het indoorcomplex meteen de grootste overdekte zone van het park geworden en met een prijskaartje van ongeveer 25 miljoen euro werden de verwachtingen toch relatief hoog opgeschroefd bij vele pretparkliefhebbers.
Via een grote houten poort wandel je het dorp van de Minimoys binnen. Europa-Park koos er voor om een centrale grote ronde hal met een koepel te bouwen. In tegenstelling tot andere, eerder vierkante, indoorparken zorgt dat er voor dat je meteen vergeet dat je in een hal staat. Waar wel met rechte hoeken werd gewerkt, bijvoorbeeld bij de vrijevaltoren, werd de decoratie daarop aangepast: daar ben je omringd door een gigantisch tuinhek waar het gras doorheen piept.
Centraal in de ronde hal staat een boom van 15 meter breed en 9 meter hoog waarin twee glijbanen verwerkt zitten. Daarnaast is er een restaurant in te vinden en enkele attracties en speeltoestellen voor kleinere kinderen.
Via lichteffecten wordt een overtuigende dag- en nachtcyclus nagebootst. Overdag is alles helder en klaar, terwijl tijdens de “nacht” vooral met blauwe lichten wordt gewerkt en de bloemen in lampen veranderen. Af en toe komt één van de Minimoys uit zijn huisje om de bezoekers om hulp te vragen. Hij vertelt dat de schat van de Minimoys in gevaar is en vraagt de kinderen om hulp. Niet geheel toevallig is onder zijn huis dan ook de ingang te vinden van de Arthur-darkride. In de hal ben je volledig omringd door de wereld van de Minimoys.
Zelden hebben we een indoorzone gezien waar met zoveel details werd gewerkt. Helaas wordt het zicht op bepaalde delen ontnomen (zo is het dorp boven het restaurant enkel goed te zien vanuit de darkride, de vrijevaltoren of de Mül-Müls Caroussel) door enkele netten die bezoekers moeten beschermen tegen vallende objecten uit de zakken van de bezoekers. Boven in de hal suizen de wagentjes van de Arthur-darkride namelijk voortdurend voorbij. Jammer enerzijds, maar in het net zagen we bijvoorbeeld een zonnebril liggen die iemand verloren had en die wil niemand natuurlijk tegen hoge snelheid op zich voelen vallen.
De Poppy Tower, de vrijevaltoren, bevindt zich in één van de uithoeken van de hal, omringd door gigantische klaprozen die enerzijds de wachtrij vorm helpen geven, maar anderzijds ook zorgen dat je het gevoel hebt boven de bloemen uit te stijgen en een mooi overzicht te krijgen over de hal, wat een fijn effectje is. De Mül-Müls carrousel is een attractie die rondjes draait en de wagentjes één voor één de lucht in gooit, zoals de Kikkertjes in de Plopsa-pretparken of Diego’s Rescue Rider in Movie Park Gemany. De attractie bevindt zich in een reusachtige, gevlochten kooi waarin een aantal Mül-Müls gevangen zitten: deze wagentjes zijn aan de voorkant volledig bekleed in vacht en beelden de mysterieuze, lichtgevende pluizenbollen uit die overal in de wereld van de Minimoys te vinden zijn.
Tenslotte is er in de hal ook nog een restaurant te vinden dat gebaseerd is op het concept van de succesvolle keten Pret à Manger, zo vertelde Marco Rose de adjunct-directeur horeca van Europa-Park, ons: “Fastfood en de Minimoys, dat gaat bijvoorbeeld niet samen. Daarom kozen we er voor om de bezoekers in het restaurant alleen maar verse dingen aan te bieden. Die worden à la minute klaargemaakt in de keuken, verpakt, en in een soort van mini-supermarkt aan de bezoekers gepresenteerd.”
Ook het restaurant is gemaakt op Minimoys-grootte: je zit er op spoelen van garen, op kroonkurkjes en op koolbladeren. Blikvanger van het restaurant is een gigantische mug. Wanneer je hem een muntje geeft (die je aan de kassa kan aanschaffen) snottert hij een beker voor je vol met groen slijm, of te wel ‘Jack Fire’: het drankje van de Minimoys dat ook in de films aan bod komt. In Europa-Park is het gebaseerd op een cocktail van sinaasappelsap, ananassap en alcohol-vrije Blue Curaçao. Voor zoetebekken dus!
Arthur: De darkride
Hoe mooi de indoorzone ook mag zijn, vele bezoekers zullen waarschijnlijk meteen de ingang van de darkride binnenlopen. Hoewel het attractietype technisch gezien een achtbaan is, kiest Europa-Park er sinds het begin voor om de attractie aan te kondigen als een darkride, vertelt Henk Groenen. “Bij het woord achtbaan hebben mensen volledig andere associaties dan bij het woord darkride. Arthur leunt het meeste aan bij wat mensen van een darkride verwachten en het spreekt ook families met kinderen, de doelgroep van deze attractie, ook meer aan. De snellere achtbaanstukken buiten zijn dan een fijne extra die die verwachtingen bij een darkride even doorprikken.”
Ruim vijfhonderd meter lang vlieg je in de attractie door de wereld van de Minimoys, op zoek naar de schat van Arthur’s grootvader die door Maltazar gestolen werd. Geuren, wind- en lichteffecten, projecties, beeldschermen en een legertje van zo’n vijftig animatronics helpen daarbij het verhaal te vertellen. Het is wel aan te raden de films van Arthur vooraf te bekijken om het verhaal goed te kunnen volgen. Zelf kenden we het verhaal van de films voor we de attractie deden niet en omdat ons Duits nu ook niet superfantastisch is, hadden we wat moeite om de verhaal lijn te volgen. Henk Groenen raadt de bezoekers die de films nog niet kennen eerst naar de 4D-film te gaan kijken. “Tijdens de namiddag vertonen we een samenvatting van het verhaal in ons 4D-theater. Wie het verhaal niet kent kan zeker ook genieten van de attractie, maar het is nog veel plezanter als je de verschillende figuren kunt herkennen uit de films natuurlijk.”
In het station blijven de wagentjes steeds in beweging. Via een transportband kan je rustig instappen en verlaat je de ruimte via een tunnel. Een groot scherm waarbij de film met je meebeweegt geeft je het gevoel te verkleinen tot de grootte van een Minimoy. Je wordt hartelijk begroet door allerlei wezentjes terwijl je zeer snel tot boven wordt gebracht. Eenmaal boven ontsnap je via een kort achtbaanstuk in open lucht van een aanval van een gigantisch monster. Via een gang met enge dieren kom je terecht in Paradise Valley, het Broadway van de Minimoys, de grootste en kleurrijkste scène uit de darkride. Een gigantische rat probeert je nog te grijpen uit de riolen, maar voor je het beseft zweef je rond aan het gewelf boven de centrale hal van de indoorhal.
De indrukwekkend vlucht eindigt met een confrontatie met Malthazar. De treintjes worden op dit punt volledig stilgezet zodat je de slimme list waarmee Arthur Malthazar verslaat goed kan zien. Als grote finale vliegt de trein met een grote versnelling naar buiten. Doordat de wagentjes bij de versnelling ook trillen krijg je het gevoel veel sneller te gaan dan je eigenlijk gaat. Na een gezellig ritje kom je dan in een grote bijenkorf terecht, waarin Arthur en zijn vrienden je bedanken en uitwuiven.
Het ritsysteem is echt fantastisch. Het verschil in snelheid, het draaien van de wagentjes, het slimme gebruik van de trillingen, alles voelt er natuurlijk en soepel aan. Hoewel de baan nergens echt heel snel gaat, krijg je wel dat gevoel door de krachtige versnellingen in com-binatie met de trillingen.
De dark-ridescènes zijn mooi gemaakt, maar missen hier en daar wat diepte. Wel heel knap zijn de mapping-projecties die levenloze objecten een extra dimensie geven (een eikel die barst, een kaart die begint te leven,…). Opvallend is het verschil in kwaliteit tussen de verschil-lende scènes. In het station en de indoorhal bewijst Europa-Park dat ze het budget hebben en de know-how in huis kunnen halen (maar liefst vier verschillende bedrijven hebben aan de decoratie van Arthur gewerkt, waaronder Neverland Themepark Projects uit België en het Nederlandse P&P) om ruimtes fantastisch aan te kleden, maar in de darkride is dat niet allemaal honderd procent gelukt.
Dat beseft het park gelukkig zelf ook. “Enkele scènes moeten nog aangepast worden. Wees gerust, dat komt goed”, vertelt Henk Groenen. Daarnaast wordt komende winter nog verder gewerkt aan de thematisering van de attractie. Maar los daarvan is het een fantastische attractie die vele bezoekers zal overdonderen.
We durven er op wedden dat dit attractietype binnenkort in vele andere parken zal verschijnen. Kapitaalkrachtige parken weliswaar, want vermoedelijk hangt aan zo’n geniaal ritsysteem een mooi prijskaartje.
Haal je Arthur-dvd’s maar uit de kast of download de films (op een legale manier uiteraard), laat je onderdompelen in de wereld van de Minimoys en ga daarna hun Koninkrijk zelf ontdekken in Europa-Park. En bestel zeker zo’n ‘Jack Fire’-drankje, een “verborgen” aanradertje! Al vonden we onze variant die we ’s avonds zelf maakten met niet-alcoholvrije Blue Curaçao nog net een tikkeltje beter… Een tip?