Opinie – De verhybridisering van achtbanen

Home / Brakesection Magazine / Jaargang 5 (2018) / #5 (December 2018) / Opinie – De verhybridisering van achtbanen
Opinie – De verhybridisering van achtbanen

Achtbaantypes lijken in de laatste jaren steeds meer ‘hybride’ te worden als je ze vergelijkt met vorige generaties. In de jaren ’80 en ‘90 had zowat elk achtbaantype zijn eigen zeer typische kenmerken en vaak maar één gimmick: “what you see is what you get”. Zo wist je dat je bij een looping-achtbaan van bijvoorbeeld Vekoma of Arrow Dynamics een meestal vrij simpele combinatie kon verwachten van verticale loopings en kurkentrekkers en weinig tot niets anders, alvorens je in de remmen sloeg. Een hypercoaster was een achtbaan die niet overkop ging, maar het vooral moest hebben van zijn hoogte, zijn snelheid en zijn airtime-heuvels. Bij een houten achtbaan had je grofweg twee types: de traditionele out-and-back-achtbanen, die een reeks airtimeheuvels namen, en de twisters, die het meer moesten hebben van snel bochtenwerk en hoge zijdelingse g-krachten. Een Wilde Muis bestond uit een reeks ongebankte bochten naar links en rechts en kleine dropjes. Dat maakte al deze banen herkenbaar, iconisch en gemakkelijk te volgen, zowel vanop de grond als van uit het karretje. Vaak hadden deze banen – voor zo ver ze soepel genoeg waren – een zeer hoge herhalingsfactor, net doordat ze niet al té intens waren en meestal ook vrij kort: denk maar aan de vroegere Looping Star in Bobbejaanland. Veel recente banen zijn echter crossovers die verschillende elementen uit vroegere achtbaanontwerpen combineren en toepassen op nieuwe types, of bestaande elementen herinterpreteren en opnieuw vorm geven. Is dit een positieve evolutie?

Lees het volledige artikel in Brakesection Magazine December 2018Klik hier om dit nummer te bestellen.